"Tussen China en de Verenigde Staten weet Europa nog steeds niet hoe het over zijn eigen macht moet denken"

De Europese Unie (EU) heeft een ingrijpende geopolitieke omwenteling doorgemaakt: op donderdag 24 juli reisden de leiders van de Europese instellingen af naar Beijing voor de top EU-China , waarmee het vijftigjarig jubileum van de bilaterale betrekkingen tussen de twee grootmachten werd gevierd. Op 28 juli werd in Schotland een handelsovereenkomst gesloten tussen Donald Trump en Ursula von der Leyen, op grond waarvan er invoerrechten van 15% worden geheven op de meeste Europese producten die in de Verenigde Staten worden geïmporteerd.
De EU-China-top vond plaats in de schaduw van de dreiging van een handelsoorlog die de Verenigde Staten over Europa uitstortten, wat de zorgen over de koers van de trans-Atlantische betrekkingen alleen maar versterkte. In beide gevallen had de EU zich kunnen profileren als een ware geopolitieke macht door haar economische instrumenten in te zetten, maar uiteindelijk zetten de keuzes van Brussel vraagtekens bij het vermogen van de EU om een ambitieus gemeenschappelijk geopolitiek beleid te bevorderen.
Hoewel Europese beleidsmakers – zowel op institutioneel niveau als binnen de lidstaten – vaak benadrukken dat de Unie haar economische instrumenten beter moet inzetten om invloed uit te oefenen in de internationale betrekkingen en bij andere actoren, is deze poging op een grote mislukking uitgelopen.
Veel meer bewegingsruimteHet persbericht van de EU-China-top is inderdaad zeer gedetailleerd, maar maakt geen melding van concrete wederkerige maatregelen, gerichte sancties en al helemaal geen tijdschema voor de implementatie. Zo wordt er bijvoorbeeld niet verwezen naar het in 2023 aangenomen anti-dwanginstrument , dat nog steeds niet streng wordt gehandhaafd.
Het onderbenutten van de handelsinstrumenten van de EU is nog duidelijker te zien in de – zelfs voorlopige – oplossing van de spanningen aan de andere kant van de Atlantische Oceaan over invoerrechten. Uiteindelijk stemde de Commissievoorzitter in met heffingen van 15% op de meeste Europese goederen die in de Verenigde Staten werden geïmporteerd . Sommige analisten concludeerden daarom dat Brussel een handelsoorlog niet had opgelost, maar juist gecodificeerd.
Je hebt nog 65,58% van dit artikel te lezen. De rest is gereserveerd voor abonnees.
Le Monde